Index Oud Griekse kunstgrschiedenis

De kunst van de oude Grieken


speerpunt

kunst Geschiedenis:

Kunstgeschiedenis is de discipline die de geschiedenis van de kunst onderzoekt en beschrijft. Het is een overkoepelend begrip voor de geschiedenis van kunstdisciplines zoals architectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst, theater, dans, muziek en film. Literatuurgeschiedenis en cultuurgeschiedenis zijn er nauw mee verwant.

prehistorische kunst

oud schilderij

Algemene informatie Oud griekse kunst

De kunst van Oud Griekenland wordt stilistisch gewoonlijk verdeeld in vier periodes: de Geometrische, Archaische, Klassieke en Hellenistische periode. De Geometrische periode loopt van 1050 v.Chr. tot ongeveer 720 v.Chr. Deze periode wordt onderverdeeld in de Proto-Geometrische (1050-900 v.Chr.) en de Geometrische periode (900-720 v.Chr.). Uit de Proto-Geometrische periode is weinig, bijna onversierd eenvoudig aardewerk bewaard gebleven. De Geometrische periode begint met rijker versierd aardewerk in Athene, een stijl die zich over de gehele Griekse wereld verspreidt. De kenmerkende decoratie zijn banden met meanders en andere geometrische motieven, terwijl vanaf ongeveer 775 v.Chr. de menselijke figuur en enkele dieren (voornamelijk paarden) hun intrede doen.

De Archaische periode loopt van 720 v.Chr. tot 480 v.Chr. Het begin van deze periode wordt gekenmerkt door de overname van Oosterse (Assyrische, Phoenicische, Egyptische) motieven, in het begin in Kreta, later in Korinthe. Van Egypte worden de statische, uit vaste verhoudingen bestaande formules voor beeldhouwwerk overgenomen. Deze lange periode kenmerkt zich door de ontwikkeling van deze modellen naar een eigen, Griekse beeldtaal en conventies en een steeds grotere natuurgetrouwheid.

Het begin van de tweede Perzische Oorlog (480 v.Chr.) wordt gewoonlijk genomen als beginpunt van de Klassieke periode. Een verdergaande natuurgetrouwheid, grotere ruimtelijkheid, nadruk op rustige poses in plaats van de beweeglijke composities van de voorgaande periode, vouwen van de kleding die het lichaam of de beweging benadrukken in plaats van een decoratief effect teweeg te brengen zijn de belangrijkste verschillen met de voorgaande periode. Waar in de Archaische kunst een lichaamsdeel of frontaal, of in zijaanzicht werd weergegeven, kent de Klassieke kunst deze beperkingen niet, waardoor lichaamsdelen zich veel natuurlijker tot elkaar verhouden. In deze periode zien wij ook de suggestie van ruimte in een plat vlak, door figuren op verschillende hoogtes te plaatsen en met het verkort weergeven van lichaamsdelen en zelfs architectuur.

De dood van Alexander de Grote (323 v.Chr.) wordt gezien als de overgang van de Klassieke naar de Hellenistische periode (tot 27 v.Chr.).

Grieks aardewerk

Minder dan 1% van het beschilderde Griekse aardewerk is bewaard gebleven, maar dit is genoeg om een goed beeld te krijgen van de ontwikkeling van deze belangrijke tak van kunstnijverheid. Het traditioneel meest gewaardeerde aardewerk werd gemaakt in Athene, vooral tussen ongeveer 580 en 320 v.Chr. Andere belangrijke centra zijn Korinthe (vooral in de 7e eeuw v.Chr.) en Apulie (late 5e en 4e eeuw v.Chr.). Grieks aardewerk is ook van groot belang voor de datering van opgravingen, omdat wij door de grote hoeveelheid overgeleverd materiaal en goede stilistische analyse beschikken over een betrouwbare chronologie. Hierdoor is de studie van Grieks aardewerk een belangrijke discipline binnen de Klassieke Archeologie geworden. Er zijn twee soort vaasschilderingen: zwartfigurige vazen en roodfigurige vazen. Griekse vaasschilders beschikten over vier kleuren om mee te werken. De belangrijkste waren rood, van gebakken klei, en zwart, dat gemaakt werd van vloeibare klei die ijzeroxide bevatte. Twee andere soorten vloeibare klei leverden wit en een donkerder rood op die voor details werden gebruikt. Op zwartfigurige vazen werden de figuren in zwart geschilderd. Delicate lijnen voor bijvoorbeeld spierpartijen werden in het oppervlakte gekrast. Rond 530 v.Chr. vonden kunstenaars de roodfigurige stijl uit, waarbij de achtergrond zwart werd geschilderd en de figuren het originele rood van de klei behielden. Details werden aangebracht met een penseel. Daarmee kon een vrijere en vloeiender lijn worden getekend dan bij de zwartfigurige techniek. De rode figuren waren populair omdat ze de huidkleur van Griekse mannen en vrouwen beter benaderden dan de zwarte figuren.

hellinsitsche kunst

Soorten Europese prehistorische kunst