klassieke kunst

Klassieke Kunst


klassieke kunst op pot

de Grieken: bloeitijd van 776 voor Christus tot 50 voor Christus

Het klassieke Griekenland bestond in deze periode voor een groot deel uit stadstaten (steden die een eigen regering hadden). Deze stadstaten hadden vaak oorlog met elkaar. De grootste stadstaten waren Athene en Sparta. Vaak lag de macht bij een kleine groep mensen. In Athene werd de eerste democratie ingevoerd. Democratie is van oorsprong een Grieks woord, en betekent letterlijk ‘de macht van het volk’. Alleen was de democratie nog niet echt vergelijkbaar met onze democratie nu, enkel vrije mannen mochten stemmen, en vrouwen en slaven dus niet. Rond 360 v Chr. werden de Grieken verslagen door de Macedoniërs, die veel van de Griekse cultuur overnamen. De Macedonische koning Alexander de Grote veroverde een groot deel van het gebied rond de Middellandse Zee, en zo verspreidde de Griekse cultuur zich tot in het Midden-Oosten, bijna tot in India.De Griekse cultuur bloeide van 776 voor Christus tot 50 voor Christus

De schilderkunst

Van Griekse schilderkunst zijn alleen de schilderingen op aardewerken vazen bewaard gebleven. Vazen en potten werden beschilderd met een zwart pigment, vaak werden hierop afbeeldingen uit mythen weergegeven. Tot de vijfde eeuw voor Christus schilderde men zwarte figuren op een rode, aardewerkkleurige achtergrond, maar daarna ontstaan er rode figuren op een zwarte achtergrond, die gemaakt worden door de afbeelding uit te sparen in de verf.

De Griekse schilderkunst is alleen nog op aardewerken vazen terug te vinden. Vazen, potten en schalen werden gebruikt om levensmiddelen, water, wijn en olie in te bewaren. Ook werd ritueel vaatwerk gebruikt tijdens erediensten om de goden te eren, en er waren manshoge grafvazen. Daarnaast maakten de Grieken vazen die als trofee (beker) werden uitgereikt aan winnaars van sporttoernooien.

Klassieke kunst: betekenis.

De klassieke architectuur bereikte zijn hoogtepunt in uitgebalanceerde bouwwerken, ontworpen volgens zuivere verhoudingen van wiskundige principes. De beeldhouwkunst werd gekenmerkt door het zoeken van een balans tussen idealisme en naturalisme. Figuren zijn levensecht, wat mede te danken is aan de natuurlijk lijkende houding van de contraposto. Klassieke gezichten zijn herkenbaar aan hun rechte neus, krachtige kaaklijn en gewelfde mond. De schilderkunst was in deze periode belangrijk, maar er is niets van overgebleven. De vaasschilderkunst was vooral roodfigurig, met levendige en naturalistische voorstellingen waarin diepte gesuggereerd werd. Classicisten uit latere eeuwen beschouwden de klassieke kunst als het meest perfecte voorbeeld van Griekse kunst.

Apollo

Apollo, de Griekse zonnegod, is op een ondiepe schaal afgebeeld met een krans van laurierblad of mirte. Hij draagt een witte chiton, een purperrode himation en sandalen. Hij zit op een diphros met leeuwenpoten. Apollo houdt een lier onder zijn linkerarm en giet met zijn rechterhand een plengoffer. Tegenover hem zit een zwarte raaf of kraai. In bijna alle culturen zijn er verhalen die beschrijven hoe deze -oorspronkelijk witte vogel- zwart werd. In de Griekse mythe wordt de schone koningsdochter Coronis zwanger van Apollo, die vervolgens een witte raaf over haar liet waken. Nog voor de geboorte van het kind trouwde Coronis echter met Ischys. De kraai bracht Apollo op de hoogte: deze doodde Coronis en Ischys en maakte in zijn woede de raaf -als brenger van het slechte nieuws- zwart. Bij de begrafenis redde Apollo nog wel het ongeboren kind: dit werd Aesclepius, de vader van de geneeskunde.

apollo geschilderd

Hellenistische kunst

Het hellenistisch aardewerk was van mindere kwaliteit dan dat van de Klassieke periode (zie Oud-Grieks aardewerk) maar werd toch over heel de toenmalige beschaafde wereld geëxporteerd, daar men in dit aardewerk ook de gegeerde producten uit hellenistisch Egypte vervoerde: graan.

Hellinistische architectuur

De hellenistische architectuur was een hoogtepunt in de architectuur van de oudheid. Twee van de zeven klassieke wereldwonderen mocht ze op haar naam schrijven: de kolos van Rodos en de Pharos van Alexandrië. Maar ook de bibliotheek van Alexandrië was een staaltje van architectonisch vernuft. De Hellenistische architectuur werd gekenmerkt door een grotere vormvrijheid dan de Oud-Griekse architectuur, mede door het gebruik van o.a. beton.

Ook de hellenistische beeldhouwkunst was een hoogtepunt. De kenmerkende hellenistische individualisme kwam hier sterk naar voren. Bekende beelden zoals het vroeg-hellenistische Pergamonaltaar en de laat-hellenistische Laocoongroep - maar denk ook aan de hierboven vermelde kolos van Rodos - werden doorheen deze periode geproduceerd op vraag van leden van de diadochendynastieen of de inheemse dynastieen die hen uit sommige delen van de oorspronkelijke hellenistische rijken verdrongen hadden.

Rond 500 v.Chr. begint de klassieke tijd in de Griekse geschiedenis, een periode van grote culturele bloei. Ongeveer gelijktijdig wordt de stadstaat Rome een republiek. Als einde van de klassieke oudheid gold lange tijd 476. In dat jaar zette Odoacer, een Germaanse legeraanvoerder, de laatste Romeinse keizer van de westelijke rijkshelft af. Daarmee kwam definitief een einde aan het West-Romeinse Rijk.

schilderij venus